x

Picea (Sparren) a-b

« picea index picea e-o »
Picea abies (Fijnspar)
gebied: Noord en centraal Europa.
groeivorm: Snelgroeiend, 30 tot 50 meter, spits kegelvormig. Takken in kransen, de bovenste naar boven gericht, de onderste naar onder, maar aan het uiteinde weer omhoogbuigend.
naalden: 1-2,5 cm. lang, recht of gebogen, vierkant in doorsnede, spits, op alle zijden donkergroen; kransstandig.
kegels 10 tot 18 cm, bovenin de boom, eerst groen of roodachtig, later lichtbruin; de bruine schubben zijn leerachtig en overlappen elkaar als halfronde dakpannen.
schors: De grijsbruine schors laat in schilfers los wanneer hij jong is, en scheurt later, zodat donkere, purpergrijze vierkanten ontstaan.
picea abies
picea abies
picea abies kegel
picea abies kegel
picea abies schors
picea abies schors

Cultivars:

Acrocona
'Acrocona' tot 4.5 meter, hangende takken, vele eindigend met grote, rode kegel.
Acrocona
'Acrocona'
Acrocona
'Acrocona'
Clanbrassiliana
'Clanbrassiliana' dicht, bolvormig of afgeplat, tot 50 x 50 cm in 10 jaar, naaldgrootte variabel, opvallende bruine winterknoppen.
Clanbrassiliana
'Clanbrassiliana'
cranstonii
'Cranstonii' snelgroeiend, open, donkergroene naalden.
Eremita
'Eremita' snelgroeiend, kan grillig van vorm zijn met misvormde takken, naalden scherp en donkergroen.
Formanek
'Formanek' kruipende spar.
Formanek
'Formanek'
Little Gem
'Little Gem' tot 30 x 40 cm., dichte groeiwijze, knotvormig.
Nidiformis
'Nidiformis' tot 40 x 60 cm., breed uitstaande takken, donkergroen.
Tabuliformis
'Tabuliformis' plat, breeduit groeiend, naalden kort, donkergroen.
Inversa
'Inversa' groeit liggend, het meest geschikt om omhoog geleid te worden tot treurvorm, kan als waterval over rotsen hangen.
Pachyphylla
'Pachyphylla' langzaam groeiend, opgaand, takken bijna als slangen.
Wartburg
'Wartburg' treurvorm, naalden donkergroen.
Picea alcoquiana
gebied: Japan
groeivorm: Tot 30 meter, opgaand, lange, slanke, uitstaande takken.
naalden: 1-1,5 cm., diepgroen, puntig.
schors: Paarsbruin tot bruingrijs, schilferig.
kegels: 7-9 cm., roodbruin.
bijz.: Foto pinetum Blijdenstein.
picea alcoquiana
picea alcoquiana
Picea asperata (Drakenspar)
gebied: Westelijk China.
groeivorm: Tot 45 meter, lijkt wat op P.abies, maar naalden zijn harder en zitten rondeom de twijg, ook is de kegel korter..
naalden: 1-2,5 cm., puntig, blauwgroen.
schors: Grijsbruin, diepe geroeven.
kegels: 6-15 cm., lichbruin.
cultivar: 'Glauca', zie foto, arboretum Trompenburg.
Pachyphylla
picea asperata 'Glauca'
Picea brachytyla
gebied: China
groeivorm: Tot30 meter, kegelvormig, later meer cilindrisch.
naalden: 1-2,5 cm., naar voren wijzend.
schors: Grijs, gebarsten waardoor dikke rechthoekige platen ontstaan.
kegels: 6-10 cm., rood- of paarsbruin, later bruin.
picea brachytyla
picea brachytyla
Picea breweriana (Brewers treurspar)
gebied: Westelijk Noord-Amerika, vrij zeldzaam.
groeivorm: Traag groeiend, gekweekte vormen tot 15 meter, in het wild tot 40 meter. Opvallend vanwege de fijne, touwachtige takjes, die als gordijnen van de hoofdtakken afhangen en zo vooral de jonge exemplaren tot bijzonder fraaie bomen maken.
naalden: Donkergrijsgroen, met twee smalle witte strepen aan de onderkant, ze zijn plat, licht gebogen en staan rondom de takken.
schors: Paarsachtig met harde ronde schilfers.
kegels: Roodachtig bruin.
picea breweriana
picea breweriana
picea breweriana
picea breweriana