x

Picea (Sparren) o-w

« picea e-l abies index »
Picea obovata (Siberische spar)
gebied: Siberië.
groeivorm: 15-35 meter, slank.
naalden: Kort, 1-2 cm., glanzend groen.
schors:
kegels: 5-10 cm., groen of paars, later bruin.
bijz.: Nauw verwant aan de fijnspar. Foto's 'Glauca', arboretum Trompenburg.
picea obovata-Glauca
picea obovata 'Glauca'
picea obovata-Glauca
picea obovata 'Glauca'
Picea omorika (Servische spar)
gebied: Servië, Bosnië.
groeivorm: tot 30 meter, zeer slank.
naalden: 1-2 cm, eerst grasgroen, later donkergroen, kransgewijs rond de loten.
schors: Heel dun, violetbruin, schilfert later af.
kegels: 4-6,5 cm, violetbruin, later bruin.
cultivars: 'Pendula', 'Gnome'
picea omorika Pendula
picea omorika 'Pendula'
picea omorika Pendula
picea omorika 'Pendula'
picea omorika Gnome
picea omorika 'Gnome'
Picea orientalis (Kaukasische spar)
gebied: Klein-Azié, Kaukasus.
groeivorm: Traag groeiend, tot 50 meter, kegel tot zuilvormig.
naalden: Heel kort, 6-8 mm. lang, vierkantig, aan de top afgerond, dofgroen, dicht tegen de twijgen aan. Jonge naalden opvallend lichtgroen.
schors: Dun, bruin,
kegels: 6-9 cm. lang, langwerpig, eerst groen tot paarsrood, later bruin; kegelschubben breed, rond, met een gladde rand.
Cultivar: 'Aurea', 'Early gold'
picea orientalis
picea orientalis
picea orientalis Aurea
'Aurea', de jonge uitlopers zijn geel en verkleuren naar donkergroen met nog iets geel.
picea orientalis Aureaspicata
΅Aureaspicata', de jonge uitlopers zijn geel en verkleuren naar donkergroen
picea orientalis Early Gold
'Early Gold', ook met gele uitlopers, eerder en langer dan bij de andere twee.
Picea polita syn. torano (Tijgerstaartspar)
gebied: Japan
groeivorm: Tot 30 meter.
naalden: 1,5-2 cm, hard, stug, scherp gepunt.
kegels 7-10 cm, hangend, groen, later bruin.
schors: Grijsbruin, diep gegroefd.
bijz.: Op de Floriade te Zoetermeer gefotografeerd met de naam p.polita, op internet meer te vinden onder de naam p.torano.
picea polita
picea polita syn. torano
Picea pungens (Blauwspar)
gebied: Rocky Mountains, Idaho en zuidelijker.
groeivorm: Tot 35 meter, vrij traag groeiend, vormt dichte symmetrische pyramide, afstaande horizontale takken.
naalden: 1,5-3 cm. lang, scherpe punt. Dof grijsgroen tot lichtblauw, kleur varieert naar gelang leeftijd en standplaats.
schors: Eerst grijsbruin, later donkerder, met lange, diepe groeven en in klein platen uiteenscheurend.
kegels: 6-12 cm, hangend, cilindrisch, lichtbruin; dunne maar stevige kegelschubben, deze zijn aan het eind tongvormig versmald en getand.
cultivars: 'Walnut Glen', foto arboretum Trompenburg, ´Bialobok'
picea Pungens
picea Pungens
picea Pungens
picea Pungens
picea Pungens Bialobok
´Bialobok' cremewitte uitlopers.
picea Pungens Walnut Glen
'Walnut Glen', langzaam groeiend, brede kegelvorm, jonge uitlopers zachtgeel.
Picea sitchensis (Sitkaspar)
gebied: Noord-Amerika, in smalle kuststrook van Noord- Californië tot Kodiak Island, Alaska.
groeivorm: Tot 85 meter, jonge bomen dun kegelvormig, oude bomen breed zuilvormig, takken gaan afhangen.
naalden: 1,5-2 cm.lang, scherp gepunt, blauwgroen, de onderzijde heeft twee blauwwitte banden.
schors: Roodbruin, afschilferend.
kegels: 5-8 cm., kegelschubben papierachtig dun, stevig, stomp, geelbruin.
cultivar: 'Papoose', dwergvorm.
picea sitchensis
picea sitchensis
picea sitchensis
picea-sitchensis
picea sitchensis
picea sitchensis Papoose, eerst bolvormig, groeit later uit tot kegel.
Picea smithiana (Himalayaspar)
gebied: Het westen van de Himalaya, gematigde zone.
groeivorm: Tot 60 meter, snel groeiend, afhangende takken.
naalden: Lang, krom, scherpe punt, donkergroen.
schors: Matbruin, in stukken brekend.
kegels: Tot 18 cm, eerst groen later bruinachtig violet.
bijz.: Foto pinetum Blijdenstein.
picea smithiana
picea smithiana
picea smithiana
picea smithiana
Picea wilsonii
gebied: China.
groeivorm: Tot 50 meter, kegelvormige kroon.
naalden: 0,8-1,5 cm., naar voren wijzend.
schors: Grijs, onregelmatig afbladderend.
kegels: 5-8 cm., roodbruin.
picea wilsonii
picea wilsonii