x

Pinus (Dennen)

⬑ index coniferen pinus a-b »
Pinus pinaster

Een geslacht van ruim 100 soorten meestal grote, groenblijvende bomen uit alle streken van het Noordelijk halfrond. Ze verschillen van alle andere coniferen in het feit dat hun naalden in bundel3tjes van twee, drie of vijf groeien, behalve bij p.monophylla, die is als éénnaaldige den de enige uitzondering. In Europa komen oorspronkelijk geen drienaaldige dennen voor en slechts twee vijfnaaldige. Mannelijke bloemen staan in trossen aan de voet van nieuwe takken, soms over vier-vijfde van de lengte. Vrouwelijke bloemen staan aan de uiteinden van de jonge takken, of, bij enkele soorten in een krans een eindje van de top. Op deze foto van een zeeden is te zien hoe fleurig een bloeiende den kan zijn.
De houtachtige kegels variëren in vorm van rond tot langwerpig en ontwikkelen zich pas in het tweede jaar, vanuit de vrouwelijke bloem; vaak blijven ze na het laten vallen van de zaden nog jaren aan de boom. In de afgevallen kegels zitten vaak nog wat zaden onder de onderste schubben, wanneer de kegel goed droog is zijn die er nog uit te krijgen, zo heb ik van gekochte kegels nog wat zaden kunnen oogsten. Bij pinus pinea, waarvan de kegel gekocht op een kerstmarkt, staan foto's van kegel, zaden, zaailing en boompje aantal jaren later.

Index

Index van de dennen, met - voor zover bekend - de Nederlandse naam. De foto's zijn genomen op de Floriade van 1992 en in diverse Nederlandse arboreta, pineta en eigen tuin. De informatie vnl. wikipedia.
p. aristata (Stoppel­den)
p. armandii (Chinese den)
p. attenuata
p. ayacahuite (Mexicaanse witte den)
p. balfouriana (Vossen­staart­den)
p. banksiana (Struikden)
p. bhutanica
p. brutia (Turkse den)
p. cembra (Alpen­den)
p. contorta (Draaiden)
p. coulteri (Groot­kegel den)
p. densiflora (Japanse rode den)
p. elliotti
p. heldreichii (Bosnische den)
p. jeffreyi
p. koraiensis (Koreaanse den)
p. kwangtungensis
p. lambertiana (Suiker­den)
p. leucodermis
p. lumholtzii (Pino triste)
p. monophylla
p. montezumae (Montezuma's den)
p. monticola (Amerikaanse witte den)
p. mugo (Bergden)
p. nigra nigra (Oostenrijkse den)
p. palustris (Moeras­den)
p. parviflora (Japanse witte den)
p. peuce (Balkan­den)
p. pinaster (Zeeden)
p. pinea (Parasol­den)
p. ponderosa (Gele den)
p. rigida (Pekden)
p. sabiniana
p. strobus (Weymouthden)
p. sylvestris (Grove den)
p. thunbergii (Japanse zwarte den)
p. wallichiana (Tranen­den)

De dennen worden af en toe aangetast door de larven van de dennen- of gewone spinselbladwesp, Acantholyda hieroglyphica, de correcte Nederlandse naam is me niet duidelijk. Deze eten de jonge naalden en maken een spinsel om de jonge twijgen en vullen die met hun korrelvormige uitwerpselen. Wanneer je dat open maakt vind je daarin de larve verstopt.
Speciaal in trek zijn de pinus mugo, p. sylvestris, p. strobus en p. pinea. Bij een grote boom is de schade te overzien, maar bij een zaailing of klein boompje kan het aardige gevolgen hebben, dus niet op ieder dennetje zijn ze welkom en zou ik ze liever verwijderen. Omdat m'n geweten dan zou gaan knagen heb ik wat jonge dennetjes in pot apart gezet en zet ze daar tussen de naalden. Ze beginnen dan gelijk een nieuw spinsel te maken en daarna naalden te verslinden. Ik ben ze zelfs gaan bewonderen nadat ik een filmpje van ze had gemaakt, dat is hier te zien en een serie foto's staat hier. Ze zijn echt aandoenlijk.

dennenspinselbladwesp
dennenspinselbladwesp
larve dennenspinselbladwesp
larve dennenspinselbladwesp
dennenspinselbladwesp
cocon van uitwerpselen

Hieronder de kegels van een aantal dennen die ik verzameld (enkele bij arboreta gekocht) heb, p.lambertiana is duidelijk de grootste maar p.coulteri en p.sabiniana zijn verreweg het zwaarst.

kegels dennen
1-p.lambertiana; 2-p.sabiniana; 3-p.coulteri; 4-p.pinea; 5-p.pinaster; 6-p.sylvestris 7-p.nigra; 8-p.strobus; 9-p.brutia