gebied: | Rocky Mountains op 2500 - 3500 meter, in Colorado, New Mexico en Noord-Arizona. |
groeivorm: | Tot 15 meter met een dikke stam in de lage streken; op groter hoogten blijft hij in de groei steken, is knoestig met omhoog reikende takken die dicht bekleed zijn met opeengepakte naalden. |
naalden: | vijfnaaldig, 2-4 cm., donkergroen, puntig, aan de binnenkant blauwwit, en daar kenmerkende kleine harskorreltjes. |
schors: | Grijsbruin, geschubd. |
kegels | 5-10 cm., paars tot dofgeel, dunne schubben met 4-8mm. lange stekel, bedekt met druppels hars. |
bloeiwijze: | Mannelijke donkerrood, vrouwelijke roodpurper, ongeveer 0,6 cm. lang. |
bijz.: | Groeit ongelooflijk langzaam, in 30 jaar tot 3 meter. Het is een boom die erg oud kan worden, zo'n 1500 jaar. Ze zijn hiermee niet het oudst, deze eer is aan P.longaeva. Foto arboretum Trompenburg. |
gebied: | West-China, Taiwan. |
groeivorm: | Tot 35 meter. Breed kegelvormig en open, lange, horizontale, bochtige takken in kransen. |
naalden: | Vijfnaaldig, 10-15 cm., blauwgroen, bleke band aan de onderkant, vaak gebogen of gekreukt bij de voet, op uiteinden takken, afhangend. |
schors: | Grijs, glad, later donkerpaars, diep gebarsten tot ruwe, vierkante platen. |
kegels: | 9-22 cm., eivormig, groen tot lichtbruin, tweejarige op 3 cm. lange stelen. Dikke schubben, van groen tot paarsbruin wordend. |
bloeiwijze: | Mannelijke geel, vrouwelijke roodachtig purper. |
bijz.: | Lijkt op p.wallichiana. Foto pinetum Blijdenstein. |
gebied: | Heuvels Californië en Z.-Oregon. |
groeivorm: | Tot 30 meter; smal met centrale stam. |
naalden: | Drienaaldig, 9-15 cm., smal, geelgroen, gedraaid. |
schors: | Donkergrijsroze met fijne schilfers, vaak bedekt met gedroogde hars. |
kegels: | 8-16 cm., smal, schubben met scherpe stekels, blijven zeer lang (30 - 40 jaar) aan de boom en laten zaden pas los na bosbrand of dood van de boom. |
bloeiwijze: | Mannelijke oranjebruin, ontluikend in mei; vrouwelijke ong. 1.5 cm. lang, rozebruin, gewoonlijk in kransen. |
bijz.: | Foto pinetum Blijdenstein. |
gebied: | Mexico |
groeivorm: | 30-45 meter. Onderste takken lang, horizontaal groeiend. |
naalden: | Vijfnaaldig, 9-16 cm., slank, blauw- tot grijsgroen, helder blauwwit aan de binnenzijde, soms gekronkeld. |
schors: | Donker paarsachtig bruin, met vele ruwe schilfers, soms brede, ondiepe groeven die aan de binnenzijde rozeachtig geelbruin zijn. |
kegels: | 15-40 cm., smal, spits. Hangend aan stevige, 2 cm. lange steel. Schubben bleek oranjebruin met paarsbruine toppen, onderste zeer sterk teruggebogen. |
bloeiwijze: | Mannelijke geel, klein, 8 mm., ruim uiteenstaand langs 15 cm. van de lange twijgen. Vrouwelijke rood, ong. 1 cm. lang, rechtop staand op 2 cm. lange stelen. |
bijz.: | Foto pinetum Blijdenstein |
gebied: | Langs de boomgrens, N.-kustgebergte en Midden-Sierra Nevada, Californië. |
groeivorm: | Tot 20 meter. |
naalden: | Vijfnaaldig, 2-4 cm., fijngestekeld. |
schors: | Grijs tot kaneelkleurig. |
kegels: | Donkerpaars tot roodbruin, 6 – 11 cm. lang. |
bijz.: | Als P.aristata, groeit iets krachtiger, zonder harskorrels op de naalden. Foto arboretum Trompenburg |
gebied: | Noord-Canada. |
groeivorm: | 9-22 meter, lijkt wat op P.sylvestris, echter duidelijk verschil in kegels. |
naalden: | Tweenaaldig, 2-4 cm., plat, breed, gedraaid, geelgroen. |
schors: | Oranjegrijs, verticaal gestreept door ondiepe, grijze groeven. |
kegels: | 3-5 cm., gewoonlijk groeien ze per twee, bruin tot grijs, glad, krom, in de richting van de tak groeiend. |
bloeiwijze: | Mannelijke geel, aan voet nieuwe scheuten; vrouwelijke rood en stekelig, 0,5 cm. |
gebied: | Bhutan, Tibet en noordoost India |
groeivorm: | Tot 25 meter, afhangende gebogen takken. |
naalden: | Vijfnaaldig, lange, dunne, afhangende naalden tot 25 cm. |
kegels: | Roodbruin, 12-20 cm. lang, met dunne schubben. |
bijz.: | Nauw verwant aan P.Wallichiana, de naalden langer en afhangend. Foto pinetum Blijdenstein. |
gebied: | Turkije, het oosten van het Middellandse-Zee gebied. |
groeivorm: | 20 tot 35 meter. |
naalden: | Tweenaaldig, 10-16 cm. |
schors: | Oranje-rood. |
kegels: | Glanzend roodbruin, 6-11 cm. lang. |
bijz.: | Wordt vaak als ondersoort van de Aleppo-den (P.halapensis) beschouwd; de naalden zijn echter langer -15 cm.- en stevig, de kegels zitten op rechte stelen. Foto pinetum Blijdenstein, kegel Griekenland. |