x

Pinus (Dennen) p-r

« pinus k-n pinus s-w »
Pinus palustris (moerasden)
gebied: Zuid-oosten Verenigde Staten
groeivorm: 30-35 meter, eerste jaren als 'graspol', daarna aantal jaren op een stammetje waardoor het een soort super-zwabber lijkt. Het eerste exemplaar wat ik ooit zag was in dat stadium, op de Floriade van 1992, helaas heb ik daar geen foto van. Wel heb ik later ergens een zaailing op de kop kunnen tikken, zie foto's.
naalden: Drienaaldig, heel lange naalden, tot 45 cm.
schors: Roodbruin, schilferig.
kegels 15-25 cm.
bijz.: Niet helemaal winterhard, houdt van warmte. Op de foto het jonge exemplaar wat ik jarenlang gehad heb tot hij te zwaar was om bij strenge vorst de garage in te tillen, dat heeft hij helaas niet overleefd.
Pinus palustris
pinus palustris
Pinus palustris
pinus palustris
Pinus palustris
pinus palustris
Pinus parviflora (Japanse witte den)
gebied: Bergwouden Japan, Korea.
groeivorm: 8-15 meter, lage kroon met breeduitstaande takken.
naalden: Vijfnaaldig, 5-6 cm., gedraaid, blauwgrijs.
schors: Purper met zwarte schubben die van de stam af krullen.
kegels: 5 cm., gedrongen, staan rechtop op de takken; zijn bleekbruin, weinig maar dikke schubben.
bloeiwijze: Mannelijke in langgerekte groepen langs de voet van de nieuwe scheuten, bleek purper of wit, later geel; vrouwelijke diep roze, 1.2 cm, vaak in overvloed gevormd.
bijz.: Foto links "Tempelhof", kegels p.parviflora "Glauca".
Pinus parviflora tempelhof
pinus parviflora 'Tempelhof'
pinus parviflora Glauca
pinus parviflora 'Glauca'
pinus parviflora Glauca
pinus parviflora 'Glauca'
Pinus peuce (Balkanden)
gebied: Balkan.
groeivorm: 35-40 meter, takken horizontaal, uiteinden en bovenste takken omhoog gekromd.
naalden: Vijfnaaldig, 5-10 cm., slank, scherpgepunt, glanzend groen.
schors: Zilvergrijs, glad, later donkerder en ruwer.
kegels: 9-18 cm., afhangend, licht gebogen, oranjebruin.
bloeiwijze: Mannelijke bleekgeel in groepjes; vrouwelijke donkerrood, 1.2 cm.
bijz.: Foto links Floriade Zoetermeer.
Pinus peuce
pinus peuce
Pinus peuce
pinus peuce kegel
Pinus pinaster (zeeden)
gebied: Oorspronkelijk Middelandse zee gebied, verder in kustgebiedeen op goed doorlatende grond.
groeivorm: Tot 40 meter, meestal kleiner, kroon ijl en breed. Takken in kransen, horizontaal, onderste deel stam spoedig vrij van takken, ook wanneer boom vrij staat.
naalden: Tweenaaldig, tot 15 cm., dik, stijf, met scherpe top, donkergroen, in doorsnede halfcirkelvormig.
schors: Eerst lichtgrijs, later roodbruin, dik, met diepe barsten die de bast in vierkante platen verdelen.
kegels: Tot 22 cm., eirond tot kegelvormig, scheve voet, lichtbruin, glanzend,; op het schildje van de schubben een haakvormige stekel; de kegels blijven vele jaren aan de boom, waardoor er vele op de boom kunnen zitten.
bloeiwijze: Mannelijke goudgeel; vrouwelijke donkerrood, 1.8 cm.
bijz.: In Frankrijk veelvuldig aangeplant voor de winning van terpentijn. Foto's Meijendel.
Pinus pinaster
pinus pinaster
kegel P. pinaster
pinus pinaster kegels
schors P. pinaster
pinus pinaster schors
Pinus pinea (parasolden, tafelden)
gebied: Van Portugal via Middellandse Zeegebied tot in Klein- Aziƫ.
groeivorm: Tot 25 meter,indien jong,ronde kroon, later schermvormige (parasol), de stam is vaak kort en reeds dicht bij de grond vertakt.
naalden: Tweenaaldig, tot 20 cm., donker grijsgroen, spits; bij jonge bomen zijn de naalden dun en iets blauwachtig.
schors: Roodachtig grijs en in de lengte gebarsten, later met lange stroken,die bij het afvallen een rode ondergrond tonen.
kegels: Tot 15 cm., dik en rond, glanzend bruin, de schilden van de schubben zijn rond en gewelfd. De zaden zijn eetbaar en worden onder de naam pignons of pinocchi verhandeld.
loten: Kaal, in het begin grijsgroen, later bruin.
bloeiwijze: Mannelijke goudgeel en in groepen; vrouwelijke bleek geelachtig groen, 1.2 cm.
bijz.: Niet winterhard, wenst vochtig en mild klimaat. De kegel op de foto heb ik op een kerstmarkt gekocht, van de zaden die er uit vielen boompjes gekweekt. De jonge boompjes zoals op de foto linksonder worden vaak als mini-kerstboompjes verkocht, na een aantal jaren worden pas de echte naalden gevormd.

Op de foto's hieronder in het midden de kegel, de zaden en het ontkiemen daarvan, links is het boompje iets ouder en rechts weer een aantal jaren later.

Pinus pinea
Pinus pinea
pinus pinea zaailing en na enkele jaren;

« kegel, zaden en het opkomen van een zaadje
Pinus pinea
pinus pinea
Pinus pinea
pinus pinea
Pinus ponderosa (gele den)
gebied: Westen van Noord-Amerika, van Brits-Columbia tot Mexico en in het oosten tot een lijn lopend van Zuid-Dakota tot Texas.
groeivorm: 18-40 meter, lange slanke stam. Opvallend door de weinige, vrij korte, zware takken welke regelmatig om de stam staan. De takken zijn afhangend met opwaarts groeiende punten.
naalden: Drienaaldig, 12-25 cm., fris groen, licht gedraaid.
schors: De stam is bekleed met grote platen oranjerode schors met zwarte groeven, wat hem van andere dennen onderscheidt.
kegels: 5-15 cm., van donker- rijpend tot lichter bruin,; het schild van de schubben bezit een flink gekromde doorn, zaden 1 cm. lang, gevleugeld.
bloeiwijze: Beide rood; mannelijke tot 4 cm.
bijz.: Foto pinetum Blijdenstein.
Pinus ponderosa
pinus ponderosa
Pinus rigida (pek den)
gebied: Noord-oost Verenigde Staten.
groeivorm: 6-30 meter, onregelmatige top. Op de stam groeien plukjes naalden die doen denken aan toefjes gras.
naalden: Drienaaldig, Tot 6-13 cm., geelachtig groen, gebogen.
schors: Bruin, diep gegroefd tot dikke richels.
kegels: 4-7 cm., dof roodbruin, eivormig, schubben dun, plat, eindigt in klein doorntje, zaden gevleugeld.
bloeiwijze: Mannelijke rood, in groepen; vrouwelijke rozeachtigrood, 1 cm, in kransen rond de scheuten.
bijz.: Groeit op verschillende grondsoorten, en heeft als bijzonderheid dat na het omhakken de overgebleven stomp opnieuw spruiten vormt.
Pinus rigida
pinus rigida
Pinus rigida
pinus rigida schors
Pinus rigida
pinus rigida kegel