Op de foto's met een icoon in de bovenhoek kan geklikt worden voor een vergrote uitgave.
Vlinders worden onderverdeeld in drie groepen, de kleinste groep wordt gevormd door de
dagvlinders, daarna de nachtvlinders en de grooste groep bestaat uit de zgn. microvlinders. Sommige nachtvlinders vliegen ook overdag, voor het verschil met een dagvlinder kijk je naar de antennes. De dagvlinders hebben een knopje aan het eind, die van de nachtvlinders zijn sprieten of geveerd. Verder houden nahtvlinders in rust hun vleugels altijd plat, dagvlinders houden ze meestal samengeklapt.
Microvlinders zijn meestal heel kleine vlinders, maar de maat zegt niet alles. Er zijn wat kleine verschillen zoals de vaak gefranjerde smalle vleugels.
De genoemde waardplanten zijn planten waar de vlinders afhankelijk van zijn, het zijn de planten waar de rupsen van leven.
Bron: vlinderstichting.nl
Gamma Uil (Autographa gamma) | Bonte grasuil (Cerapteryx graminis) |
---|---|
Een dagactieve nachtvlinder, een druk baasje, uit de familie der uiltjes. Zijn naam dankt hij aan de lichtgekleurde letter gamma ℽ op de vleugel. Met
deze foto werd het me duidelijk waarom ze 'uiltjes' worden genoemd. Dat wat op de snavel lijkt is de opgerolde tong, deze foto is iets eerder gemaakt terwijl hij z'n tong nog oprolt. De rups van de gamma-uil is groen met opvallend zwarte 'oogstreep', en heeft, na de voorpoten, twee paar buikschuivers en een paar naschuivers. Voor de gamma-uil heb ik een eigen fotopagina gemaakt. |
Overdag actief, hier op de vlinderstruik, en zoals de naam al aangeeft, ook uit de familie der uiltjes. Opvallend is de lichte tekening op de achtervleugel. De vlinder op de foto is een mannetje, deze heeft geveerde antennes, het vrouwtje heeft sprieten. |
Wachtervlinder (Eupsilia transversa) | Piramidevlinder (Amphipyra pyramidea) |
Deze vond ik in Oktober op het terras, verstopt achter een bloembak. Het is een nachtactieve vlinder uit de uiltjesfamilie. Kenmerkend zijn de twee stippen bij de grotere vlek, de zgn. niervlek. Hier heeft hij z'n naam aan te danken, de twee 'wachters', satelieten, bij de grote vlek, zoals de twee manen rond Mars. Bij dit exemplaar is de niervlek oranje, maar die kan ook wit zijn of alle kleuren daar tussen. |
Een nachtactieve vlinder uit de familie der uiltjes, ik vond hem binnen op het raam. Het kan ook de schijn-piramidevlinder Amphipyra berbera zijn, ze lijken sprekend op elkaar. Klik
hier voor een foto waar een klein stukje koperkleur van de onderzijde vleugel te zien is. Dit exemplaar had ik verstoord toen ik de deur van het schuurtje open deed, daarna zocht hij even z'n toevlucht in een sparretje. |
Zwart weeskind Mormo maura | Vierkantvlekuil (Xestia xanthographa) |
Een nachtactief uiltje, hoort wel tot de grootse hier. Het exemplaar op de foto heb ik gelokt met smeer, een mengsel van appelstroop, appelmoes, suiker, alcoholische drank, er zijn op internet diverse recepten te vinden. Ze vliegen van half juni tot half september, overwinteren als rups. Klik hier voor een vooraanzicht. |
Een nachtactieve nachtvlinder, ook een uiltje, actief van eind juli tot oktober. Komt voor op open graslanden, heidevelden. De bloemen van struikheide worden vaak bezocht, misschien zag ik hem daarom in onze tuin. De niervlek is lichtgekleurd en rechthoekig, de lichte ringvlek is ovaal, maar bij donkere exemplaren zijn de vlekken slecht te zien. Het exemplaar op de foto is dan ook niet het duidelijkste voorbeeld. Klik hier voor een zijaanzicht. |
Volgeling (Noctua comes) | Huismoeder Noctua pronuba |
Een nachtactieve nachtvlinder, uit de familie der uiltjes. Vliegt vanaf mei tot oktober. |
Een nachtactief uitje met een langerekte vliegperiode, van mei tot oktober. Bij grote hitte of droogte kunnen ze in soort zomerslaap gaan.
Klik hier voor een vooraanzicht. |
Agaatvlinder (Phlogophora meticulosa) | |
Dit is een nachtactieve vlinder, deze vond ik binnen voor het raam. Ook dit is een algemeen voorkomende soort uit de uiltjes familie. Voor een foto van de rups klik hier
|
|
Plakker (Lymantria dispar) | Plakker (Lymantria dispar) |
Een niet zo goede foto van de plakker, hij hoort tot de spinneruilen, hij vliegt van half juni tm. augustus. Hij zat in de schemering op het raam waardoor ik hem wel van twee kanten heb kunnen fotograferen.
Voor een foto van de onderkant klik hier. |
Dit is de fraaie rups van een plakker, opvallend door de rode en blauwe 'knopjes'.
Voor een fraaie portretfoto klik hier. |
Bruine sikkeluil (Laspeyria flexula) | |
Hoort tot de spinneruilen, vliegt niet overdag tenzij verstoord, ik vond er ooit één in de huiskamer, het exemplaar op de foto's zat een keer buiten op het raam. Hij heeft de hele dag daar gezeten tot het donker werd. Het was een mooie gelegenheid een foto van de onderkant te maken. |
|
stJansvlinder (Zygaena filipendulae) | stJacobsvlinder (Tyria jacobaeae) |
Uit de familie der bloeddrupjes, een dagactieve macronachtvlinder. |
De stJacobsvlinder en op deze foto de opvallende geel/zwart gestreepte rups. Een macronachtvlinder die ook overdag actief is, uit de familie der spinneruilen, onderfamilie beervlinders. |
Paardenbloemspanner (Idaea seriata) | Fijnspardwergspanner (Eupithecia tantillaria) |
De paardenbloemspanner is ook een heel klein nachtvlindertje, hoort ook bij de micro's. Een zeer algemene soort, is 's nachts actief, wordt vaak op verlichte ramen aangetroffen. Overdag blijven ze dan zitten, het exemplaar op de foto's zat op de deur, klik hier voor een vooraanzicht. Hij hoort tot de spanners (Wikipedia), een familie die z'n naam te danken heeft aan de manier van voortbewegen van de rups, het omhoogspannen van het middenstuk. |
Een nachtvlindertje wat ook overdag actief is, spanwijdte 16-19 mm. Opvallend is de donkere vlek op de voorvleugel. Vliegt van april tot en met juli. |
Zwartbandspanner (Xanthorhoe fluctuata) | Taxusspikkelspanner (Peribatodes rhomboidaria) |
Een spanner met een spanwijdte van 18-25 mm., vliegt in twee generaties van half april tot oktober. Het vlindertje is 's nachts actief. |
Een nachtactieve spanner die voorkomt van eind mei tot half september. Dit exemplaar trof ik overdag rustend aan.
|
Lieveling (Timandra comae) | Gestreepte goudspanner (Camptogramma bilineata) |
Een dagactieve nachtvlinder uit de familie van de spanners. Ik vond hem op een ochtend op het rolluik, die moeten we 's morgens altijd inspecteren op slakken voor hij omhoog kan. De vlinders zijn 3-3,4 cm breed, de kleur kan wat variëren. |
Een algemeen voorkomende spanner die vliegt tot begin september. Ik zag hem dan ook begin september zitten, tegen de onderkant van het dakoverstek. Hij valt op door de mooie kleur en de vele golvende strepen. Ze overwinteren als rups. |
Oranje wortelboorder (Triodia sylvina) | |
Dit fraaie beestje zat op de hor-lamellen van de terrasdeur, omdat hij precies op katteneus hoogte zat heb ik hem op een kartonnetje gezet, foto's genomen en hem toen in de buurt van een paardenbloem neergezet. De waardplanten zijn namelijk paardebloem, gras, zuring en adelaarsvaren. |
|
Blauwooggrasmot (Agriphila straminella) | Variabele grasmot (Agriphila tristella) |
Behoort tot de grasmotten. Je ziet ze vaak opvliegen en even verder weer neerstrijken wanneer je over het gras loopt. |
Een grasmot waar ik niet helemaal zeker van ben of het de variabele is, hij kan verward worden met de smalle witlijn grasmot of de geaderde grasmot. |
Bleke grasmot (Crambus perlella) | Streepjesgrasmot (Crambus pratella) |
Algemeen voorkomende grasmot, vliegt in juli en augustus. Het exemplaar op de foto zat weggestopt tussen de bladeren en was lichter dan op de foto, de witte vlek aan de achterkant is zonlicht.
|
Behoort tot de grasmotten, heeft een spanwijdte van 22-25 mm. Ze komen vooral voor op de zandgronden, vliegen van mei tot augustus. |
Kroosvlindertje (Cataclysta lemnata) | Oranje kruidenmot (Udea ferrugalis) |
Het kroosvlindertje behoort tot de grasmotten en heeft een spanwijdte van 15-25 mm. waarbij het vrouwtje groter is dan het mannetje. Op de foto het mannetje, het vrouwtje is wat meer bruin. Zoals de naam al zegt is kroos hun waardplant, de rupsen leven in het water. |
De oranje kruidenmot hoort tot de grasmotten, hij heeft een spanwijdte van ong. 2 cm. Het is een algemeen voorkomende trekvlinder, hij wordt in de herfst het meest gezien. Ik vond dit exemplaar in november. |
Muntvlindertje (Pyrausta aurata) | Bonte brandnetelmot (Anania hortulata) |
Het is een dagactief nachtvlindertje, hij hoort tot de microvlinders en is uit de familie der grasmotten. Het is een vlindertje wat ik vaak door de tuin zie dwarrelen, en ik had ook een keer het geluk een rups te vinden. |
Zeer algemene micronachtvlinder met een spanwijdte van ong. 25 mm. Behoort tot de grasmotten. |
Buxusmot (Cydalima perspectalis) | Buxusmot (Cydalima perspectalis) |
De beruchte buxusmot, een vlinder uit de grasmotten familie, en is een vrij grote microvlinder. Komt oorspronkelijk uit oost-Azië en waarschijnlijk Europa binnen gekomen in de verpakking van natuursteen. In Nederland voor het eerst in 2007 opgedoken. Klik hier voor een foto van de rups. |
Een andere variant van de buxusmot, deze vorm komt minder vaak voor. Klik hier voor nog een foto. En hier voor nog één omdat het toch eigenlijk best een mooie vlinder is. |
Geelbandlangsprietmot (Nemophora degeerella) | Dwerglangsprietmot (Cauchas fibulella) |
Een opvallend getekend vlindertje uit de familie der langsprietmotten, de mannetjes hebben ook behoorlijk lange voelsprieten. De spanwijdte bedraagt zo'n 18-23 mm. Ze komen voor in bosrijke gebieden. |
Een piepklein vlindertje uit de familie der langsprietmotten, de spanwijdte bedraagt zo'n 7-10 mm. Hier een vooraanzicht en op deze foto is de fraaie glans in de zon te zien. |
Sneeuwwitte vedermot (Pterophorus pentadactyla) | Scherphoekvedermot (Amblyptilia acanthadactyla) |
Een algemeen voorkomend vlindertje, vedermotten hebben hun naam te danken aan hun op veren lijkende vleugels. Ze fourageert op o.a. boerenwormkruid, konginnekruid en vlinderstruik. |
Een algemeen voorkomende vedermot, vliegt vnl. in de schemering. De soort overwintert als imago. |
Kardinaalsmutsstippelmot (Yponomeuta cagnagella) | |
In onze tuin was een kardinaalmuts opgedoken die op een bepaald moment vol met spinsel zat. Omdat hij in de weg stond hebben we hem teruggesnoeid maar een stukje met wat spinsel en poppen laten zitten. Ik ga er van uit dat dit vlindertje daar uit voortgekomen is en dus de kardinaalsmutsstippelmot is. Er zijn een aantal stippelmotten die nauwelijks uit elkaar te halen zijn, waaronder deze dus. De struiken die met het spinsel zijn ingekapseld kunnen er spookachtig uit zien zoals op deze foto uit Meijendel te zien is. De rupsen hebben ook een flinke eetlust, zoals op deze foto (weer uit eigen tuin) te zien is. |
|
Oosterse schone (Eratophyes amasiella) | Bruine huismot (Hofmannophila pseudospretella) |
De Oosterse schone is een vlindertje uit de sikkelmotten familie. Waarschijnlijk afkomstig uit Klein-Azië, vandaar de naam Oosterse schone. Hier waarschijnlijk import, de rupsen leven in vermolmd berkenhout. Spanwijdte 12,5-16 mm. Het exemplaar op de foto vond ik in huis en poseert na vrijlating nog even op het vangpotje. Al steekt hij wel even z'n tong uit. |
De bruine huismot, niet te verwarren met de klerenmot, hoort ook tot de sikkelmotten. Het beestje bezoekt graag voorraadkasten, een andere naam is zadenmot. |
Koolmotje (Plutella xylostella) | Gespikkeld kroeskopje (Nemapogon granella) |
Het koolmotje is een trekvlinder uit Zuid-Europa die enorme afstanden kan afleggen. De spanwijdte is zo'n 15 mm. De rupsen vreten een soort venstertjes in de bladeren van hun waardplant. |
Het gespikkeld kroeskopje hoort tot de echte motten en heeft een spanwijdte van 10-15 mm., een piepklein vlindertje dus. De naam verwijst naar de krullende kopbeharing. Hij lijkt op het gewoon kroeskopje, voor een 100% zekere determinatie zou microscopisch onderzoek nodig zijn. |
Indische meelmot (Plodia interpunctella) | Grote meelmot (Pyralis farinalis) |
Een beruchte bezoeker van voorraadkasten, de Indische meelmot, een snuitmot. Het is een mooi vlindertje maar de larven doen zich te goed aan graan, diervoeders, cacao, ze knagen ook door plastic zakken heen en maken een spinsel in de levensmiddelen. Op deze foto zie je het beestje van boven. |
De grote meelmot hoort tot de snuitmotten. Wordt ook wel meellichtmot of meelmot genoemd, maar die laatste benaming wordt voor meer soorten gebruikt. De spanwijdte is 18-30 mm. Het vlindertje op de foto zit met het achterlijf omhoog, dat is de rusthouding. De rupsen leven van graan. |
Gewone dennenlotboorder (Rhyacionia buoliana) | Brandnetelbladroller (Celypha lacunana) |
Ik heb weinig informatie over deze vlinder kunnen vinden, ik trof hem in de pinus mugo. Hij hoort tot de bladrollers en heeft een spanwijdte van 16-24 mm. en tast, wat de naam al aangeeft, de loten van dennen aan. Hij kan verward worden met de rode dennenlotboorder die er heel erg op lijkt, de verschillen vond ik uitgelegd op microvlinders.nl. |
Eén van de meest voorkomende bladrollers met een spanwijdte van 16-18 mm. |
Anjerbladroller (Cacoecimorpha pronubana) | Kersenbladroller (Pandemis cerasana) |
Een nu algemeen voorkomende bladroller met een spanwijdte van 15-22 mm. De soort werd in Nederland voor het eerst rond 1965 aangetroffen. Het vlindertje op de foto zat op het raam, mooie gelegenheid om van binnenuit een foto te maken. Tot mijn verbazing bleek ze eitjes aan het leggen te zijn. Mochten er rupsjes uitkomen, er is genoeg begroeiing rond het raam waar ze heen kunnen kruipen. |
Een bladroller met een spanwijdte van 16-25 mm., vliegtijd juni tot september. Kan verward worden met de leverkleurige bladroller (Pandemis heperana) |
Struikbladroller (Syndemis musculana) | Topspinnertje (Rhopobota naevana) |
Een algemeen voorkomende bladroller met een spanwijdte van 15-22 mm. |
Nog een bladspinnertje, ze spint jonge loten vast. |
Grote beer (Arctia caja) | Nunvlinder (Orthosia gothica) |
---|---|
Fraaie rups van de eveneens fraaie vlinder. Een nachtactieve vlinder uit de familie der spinneruilen. De rupsen zag ik geregeld in de duinen bij Wassenaar, de vlinder helaas niet. |
Nog een lid van de uiltjes familie, helaas geen foto van de vlinder zelf, het is een nachtactieve vlinder. |
Groot avondrood (Deilephila elpenor) | Kameeltje (Notodonta ziczac |
Deze enorme rups is van de pijlstaartvlinder 'groot avondrood'. Hij komt algemeen voor, opvallend is de versmalling bij de kop en de enorme 'nep' ogen. Om de vlinder te zien zal ik er 's nachts op uit moeten maar dat is er nog niet van gekomen. Deze vlinder foerageert op kamperfoelie, ze vliegen van half mei tot begin september.
Voor een portretfoto klik hier, het ziet er indrukwekkend uit, met grote ogen en een flinke snuit, maar dat is schijn. |
Dit bijzondere rupsje vond ik op de rand van de groenbak nadat ik een populier had gesnoeid. Ik probeer altijd al het snoeisnel na te kijken voor ik het opruim maar deze had ik blijkbaar gemist. Het is de rups van de nachtvlinder kameeltje, die hoort tot de tandvlinders (Wikipedia). Wanneer je de rups ziet is duidelijk waar de naam vandaan komt. |
Veelvraat (Macrothylacia rubi) | Meriansborstel (Calliteara pudibunda) |
Rups van de vlinder met de mooie naam van veelvraat, ik hoop niet dat hij z'n naam eer aan doet. Hij hoort tot de spinners en is zowel overdag als 's nachts actief. |
Een grappig rupsje, het is de rups van een onopvallende nachtvlinder. Hij komt in het hele land voor, maar vnl. op de zandgronden. Opvallend zijn de toefjes gele haren, het roze plukje aan de achterkant en de zwarte plekken tussen de segmenten die tevoorschijn komen wanneer de rups zich kromt. Klik
hier voor nog een foto. |
Gewone zakdrager (Psyche casta) | Zandzakdrager (Dahlica triquetrella) |
De rups van de gewone zakdrager, een micronachtvlindertje, beschermt zichzelf met een jasje van grassprietjes en kleine takjes. De eerste die ik zag zat aan de binnenkant van een rolluik en een andere zat net naast het raamkozijn op de muur. Dat is hoe je ze meestal ziet, maar ik had een keer het geluk er één aan de wandel te zien zoals op bovenstaande foto. |
In de maand oktober zag ik een keer iets op het raam zitten, het leek een verzameling zandkorrels waarvan aan de bovenkant iets bewoog. Pas op een foto zag ik dat het een klein rupsje was in een huisje van zandkorrels. Ook een zakdrager, maar deze gebruikt zandkorrels voor het huisje. Ze lopen met de voorpootjes die uit de cocon steken en slepen zo de cocon mee, het ging best redelijk snel. De cocon is 7-9 mm. lang, de rupsjes overwinteren als volwassen rups en verpoppen in het voorjaar. De rupsjes zijn alleseters. |