Op de foto's met een icoon in de bovenhoek kan geklikt worden voor een vergrote uitgave.
Groene schildwants (Palomena prasina) | Groene schildwants nimf (Palomena prasina) |
---|---|
Een in grote delen van Europa voorkomende wants. Hij voedt zich met plantensappen met een voorkeur voor de hazelaar. Wordt ook wel stinkwants genoemd vanwege de geur die hij ter verdediging verspreidt. Wij hebben geen hazelaars in de tuin maar aan groene schildwantsen geen gebrek, ik zie ze op allerlei planten, zoals de kogeldistels. Ze worden 12-14 mm. lang, de vrouwtjes het grootst. Op deze foto een stel in copula. |
Hierboven de vijf stadia van groene schildwants nimfen. Op deze foto lopen drie nimfen achter elkaar aan, deze beginnen al wat op de uitendelijke wants te lijken. |
Grauwe schildwants (Rhaphigaster nebulosa) | Grauwe schildwants nimf (Rhaphigaster nebulosa) |
Deze wants is zo'n 15 mm. lang en komt in heel Europa voor. Hij voedt zich met plantensappen of kleine insecten. Op deze foto is hij te zien met de dekschilden open. Omdat hij niet zo van kou houdt wil hij nog wel eens binnenshuis opduiken. Gewoon weer buiten zetten - alleen niet als het vriest - het is een onschuldig beestje. |
Hierboven twee nimfen, ze lijken op die van de bessenwants maar die zijn hariger. |
Bessenschildwants (Dolycoris baccarum) | Bessenschildwants nimf(Dolycoris baccarum) |
Een algemene soort, komt minder voor in kleigebieden. Leeft van plantensappen. ze zijn 10-14 mm. lang. Op deze foto een exemplaar wat net eitjes legt op een kogeldistel, op deze foto van twee weken later komen de eitjes uit. |
Op de foto hierboven een nimf van de bessenwants. |
Zuidelijke schildwants (Peribalus strictus) | Zuidelijke schildwants nimf (Peribalus strictus) |
Synoniem Holcostethus strictus. Deze schildwants is door de klimaatverandering vanuit het zuiden deze kant op gekomen, daar heeft hij z'n naam aan te danken. Het meest opvallend aan deze wants zijn de vrolijk gekleurde antennen, verder is hij vrij onopvallend. |
Hierboven twee nimfen, deze zuigen aan vruchten en zaden van kruidachtige planten, volwassen exemplaren vond ik op de paarse dovenetel en tuingeranium. |
Koolwants (Eurydema oleracea) | Koolwants nimf(Eurydema oleracea) |
Een algemene, kleine schildwants, 5 - 7 mm. Zoals de naam al aangeeft een liefhebber van kool, er zijn diverse kleurvarianten. Op deze foto een nog niet uitgekleurd exemplaar. |
Hierboven nimfen van de koolwants in diverse stadia. |
Andoornschildwants (Eysarcoris venustissimus) | Andoornschildwants nimf (Eysarcoris venustissimus) |
De oude naam voor deze wants is prachtbronsschildwants, en ik moet zeggen, die vind ik veel beter passen. Zeker wanneer de zon er op schijnt is hij prachtig, glanzend wit met brons of koper, al naar gelang de lichtval. Maar blijkbaar zit hij graag op de andoorn, of stachys. Bij ons zaten ze op de munt. |
Een nimf van de andoornschildwants. Hij lijkt nog lang niet op z'n ouders, hooguit het halsschild dat in het midden een witte gepuncteerde vlek heeft. |
Pyjamawants (Graphosoma italicum) | Grasschildwants (Neottiglossa pusilla) |
Pyjamawants of gestreepte wants, zo genoemd vanwege de fraaie strepen, en ook wel gevangeniswants genoemd. Hij komt voor in zuid en west Europa, is een zonaanbidder en heeft een voorkeur voor schermbloemigen. Hier nog een foto, aan de onderkant draagt hij een stippeltjespyjama. |
Deze wants vond ik op een heel warme dag in februari op een kerstroos. Het is een lichtbruine wants van 4,5-6 mm met een lichte lengtestreep midden over de bovenkant en twee lichte vlekjes op de voorhoeken van het schildje. Hij heeft een korte brede kop en opvallend is dat het verhoornde deel van de vleugels niet verder reikt dan het uiteinde van het schildje. Hij zuigt sappen van verschillende grassen. |
Gewone pantserwants (Eurygaster testudinaria) | Rotsheidenetwants (Stephanitis takeyai) |
De gewone pantserwants kan variëren van kleur en tekening, heeft een breed eivormig lichaam en is 9-11 mm. lang. Opvallend is het 'schildje' wat het hele achterlijf en vleugels bedekt, bij de meeste wantsen is dit alleen de driehoek achter het halsschild, zoals hier omstippeld. Er bestaat ook een zeldzamere 'schaarse pantserwants' waar hij erg op lijkt. Klik hier voor nog een foto. |
De naam netwantsen hebben deze wantsen te danken aan een netvormig patroon van vleugels en rug. Bij dit kleine beestje, zo'n 3 mm. lang, is dat zwart. Zowel imago als nimf leven van plantesappen, liefst van pieris japonica of rhododendron. Door de parelmoerachtige glans en het fraaie netwerk vind ik dit één van de mooiste wantsjes die ik tot nu toe heb gezien. |
Kleefkruid graafwants (Legnotus limbosus) | Vergeet-mij-niet graafwants (Sehirus luctuosus) |
Een wants van 3,5-4,5 mm., met een witte rand langs de dekschilden. Ze hebben een voorkeur voor zandgrond, de volwassen wants overwintert in de strooisellaag. De nimfen en wantsen leven op kleefkruid en walstro, ik vond dit exemplaar op een vlakke dwergmispel waar hij heel hard heen en weer rende. |
Deze wantsen leven op planten van de ruwbladigen familie zoals vergeet-mij-nietjes. De nimfen zijn meestal te vinden op de grond onder de voedselplanten, vooral in juni en juli, de volwassen wantsen van de nieuwe generatie verschijnen eind juli of augustus. |
Dovenetelwants (Tritomegas bicolor) | Dovenetelwants nimf(Tritomegas bicolor) |
De dovenetelwants behoort tot de graafwantsen. Het is een zwarte wants met fraaie witte tekening. Hij komt algemeen in grote delen van Europa voor en leeft vnl. van de sappen van de dovenetel. Daarvan hebben wij aardig wat in de tuin, dus hij kan z'n hart ophalen. |
Twee nimfen van de dovenetelwants. |
Jeneverbeskielwants (Cyphostethus tristriatus) | Berkenkielwants (Elasmostethus interstinctus) |
Komt in groot deel van Europa voor. Hij is te vinden op jeneverbes, thuja en chamaecyparissoorten. Dit exemplaar zat echter in een den. De kielwantsen behoren tot de schildwantsen. Klik hier voor een foto van de onderkant. |
Behoort tot de schild- of kielwantsen. Om het moeilijk te maken is er ook een berkenwants, die hoort tot de grondwantsen en ziet er heel anders uit. De berkenkielwants kan verward worden met de meidoornkielwants. Deze heeft echter geen rood op het schild, en de zijpunten van het halsschild zijn felrood. Zoals te verwachten leven ze in berken, maar ook in elzen. Ze zuigen aan de bladeren en de rijpende zaden. |
Brandnetelblindwants (Liocoris tripustulatus) | Voorjaarseikenblindwants (Harpocera thoracica) |
Een heel kleine wants, 3,5-5 mm., komt algemeen voor. De naam blindwants komt door het ontbreken van de ocelli, de puntogen op het voorhoofd. |
Een kleine wants, tot 6 mm., komt algemeen voor. De naam zegt al veel over het beestje: hij behoort tot de blindwantsen, komt voor op eiken en leeft alleen in de maand mei, soms juni, als imago. Op de foto een mannetje, deze zijn slanker dan de vrouwtjes en donkerder gekleurd. Opvallend is de verdikking op het tweede antennelid, de vrouwtjes hebben dit niet. De poten zijn geel, alleen de dijen van de achterpoten zwart. Ze leven ongeveer 11 maanden als ei waarvan de laatste twee weken als larve, dus slechts een maand als volwassen exemplaar. |
Weideschaduwwants (Lygus pratensis) | Variabele dwergschaduwwants (Orthops basalis) |
Een wants van 3-7 mm, hoort tot de blindwantsen, er zijn diverse kleurvarianten, klik voor een roodbruine uitvoering hier. Opvallend kenmerk is het lichtgekleurde 'hartje' op het midden van de rug. |
Een algemeen voorkomende kleine blindwants, ongeveer 4mm. Ze komen voor op schermbloemen, al vond ik deze op een kogeldistel. Ze hebben één generatie per jaar en overwinteren als volwassen wants. |
Streepdijblindwants (Plagiognathus arbustorum) | Rode halsbandwants (Deraeocoris ruber) |
Een kleine smalle blindwants, 3,5-4,5 mm., variabel van kleur. Op de dijen zwarte stippen en aan de boven en onderkant een zwarte streep waardoor hij goed te herkennen is. |
Een blindwants van ong. 8 mm., komt algemeen voor. Er zijn diverse kleurvariëteiten, van zwart tot oranjerood. De naam halsbandwants komt waarschijnlijk van de duidelijke ring tussen kop en halsschild maar dat weet ik niet zeker. Hij zit het liefst op brandnetel of boerenwormkruid, bij ons op de lathyrus. Het is ook een beetje een buitenbeentje onder de blindwantsen omdat hij ook kleine insecten eet, de meesten zijn alleen planteneters. Ik zag het beestje verdwijnen naar de onderkant van een blad en daar bleef hij stug zitten. Uiteindelijk heb ik met één hand de hele tak omhooggehouden en met de andere de camera met als resultaat dat de foto's niet echt scherp zijn geworden. Op deze foto nog een bovenaanzicht. |
Bosandoornbochelwants (Dicyphus pallidus) | Aardappelprachtblindwants (Closterotomus norwegicus) |
Een slanke blindwants van 5-8 mm. die leeft op behaarde planten, bij voorkeur op bosandoorn. Ze overwinteren als ei, de wantsen zitten liefst op schaduwrijke plaatsen. Ik vond deze op de bloem van een phlox, wel in de schaduw en toen kroop hij nog weg onder de bloem ook. Voor nog een foto klik hier. |
Een groene blindwants met donkere haartjes, 7-9 mm., altijd langvleugelig. Van de antennes is het eerste lid groen, de rest is bruin. Een algemene soort, van april tot oktober, ze overwinteren als eitje. |
Gewone rookwants (Rhyparochromus vulgaris) | Dennenrookwants (Rhyparochromus pini) |
Deze wants hoort tot de bodemwantsen en is ongeveer 7-8 mm. lang, ze leven vnl. van zaden. Hij lijkt op de dennenrookwants (hiernaast) maar heeft duidelijke lichte vlekken zonder stippels op de punten van het halsschild. Bij dit exemplaar is het achterste deel van het halsschild vrij licht, ik vond ook ééntje die in het midden donkerder was. De voorvleugels zijn vrij licht met een donkere vlek. Ze overwinteren onder boomschors maar ook wel in huizen, ik vond ze ook in huis. |
Ook een van zaden levende bodemwants en is ongeveer 7-8 mm. lang. Hij lijkt op de gewone rookwants maar is iets donkerder en mist de witte schouderpunten. |
Bonte zandrookwants (Beosus maritimus) | Bonte zaagpoot (Scolopostethus pictus) |
Deze wants hoort tot de bodemwantsen en is ongeveer 7 mm. lang. Ze komen voor op zanderige bodems en leven vnl. van zaden. |
Een piepkleine wants, ong. 4,5 mm. waarvan ik er een stel binnenshuis vond. M'n eerste idee was dat er een mier liep. Normaal leven ze tussen gevallen bladeren of mos, beide zijn bij ons rijkelijk aanwezig. Hoort tot de bodemwantsen. Opvallend zijn de dikke voordijen, aan de onderkant daarvan zouden kleine doorns moeten zitten. |
Berkensmalsnuit (Kleidocerys resedae) | |
De berkensmalsnuit of berkenwants hoort tot de bodemwantsen en leeft vnl. op berken en leeft van de zaden daarvan. Het zijn heel kleine wantsjes, zo'n 4 - 5 mm., ik zag er een aantal over onze brievenbus rennen. De brievenbus staat onder een witte abeel, maar aan de overkant van de straat staat een grote berk, ik vermoed dat ze dan daar vandaan gekomen zijn. |
|
Vuurwants (Pyrrhocoris apterus) | Vuurwants nimfen(Pyrrhocoris apterus) |
Een algemeen voorkomende wants, leeft vnl. van plantensappen met een voorkeur voor lindebomen. Maar ook worden wel eens dode insecten leeggezogen. De vuurwants hoort tot de kortvleugeligen, wat betekent dat ze niet kunnen vliegen, maar er zijn uitzonderingen op die regel. Op deze foto een pas verveld volwassen exemplaar, hij moet nog bijkleuren. |
Hierboven vuurwants nimfen. Ik vond een hele kolonie in alle leeftijdstadia op en onder een sering, op deze foto staan er al meer dan 100, maar er liepen nog veel meer rond. Het jaar daarna hadden ze zich over onze hele tuin verspreid, ze liepen overal, de muren, paden, planten. Wanneer je ergens veel van ziet, maak je ook veel foto's, daarom een extra vuurwantsen-album. |
Kaneelglasvleugelwants (Corizus hyoscyami) | Geblokte glasvleugelwants (Rhopalus subrufus) |
De kaneelwants lijkt qua kleur een beetje op de vuurwants, de tekening is echter heel anders en de vuurwants heeft geheel zwarte kop. Het beestje is ong. 1 cm. lang. Hij houdt van droge zanderige gebieden en heide, komt veel voor in de duinen. Hij zuigt plantensappen uit liefst kruidachtige planten. Klik hier voor een foto van de onderkant. |
Een wants van ong. 0,7 cm. Komt algemeen voor. Heeft een voorkeur voor planten uit de ooievaarsbekfamilie. Klik hier voor een foto van twee stadia van een aandoenlijke nimf , en hier van de eerste aanzet tot de gezinsuitbreiding. |
Bladpootwants (Leptoglossus occidentalis) | Smalle randwants (Gonocerus acuteangulatus) |
Bladpootwants of bladpootrandwants. Deze wants is afkomstig uit Amerika en is in Europa voor het eerst in Italië opgedoken. Sinds 2007 komt hij ook in Nederland voor, zijn naam dankt hij aan de vorm van zijn achterpoten. Hij leeft van het sap van de jonge kegels van coniferen waardoor deze zich niet goed ontwikkelen. Zijn verdedigings mechanisme bestaat uit het verspreiden van een onaangename geur. |
Een wants van 1,2 tot 1,5 cm. lang. Komt algemeen in grote delen van Europa voor, behalve in het noorden. Houdt van zon en warmte, is vooral te vinden op besdragende struiken. |
Zuringwants (Coreus marginatus) | |
Een randwants van ongeveer 15 mm. lang. Opvallend is de brede, opstaande rand, dat laatste is op deze foto beter te zien. Hij komt algemeen voor en is ook een zonaanbidder. |
|
Miersikkelwants (Himacerus mirmicoides) | Nimf miersikkelwants |
Deze hoort tot de sikkelwanten die hun naam te danken hebben aan de sikkelvormige zuigsnuit. De volwassen wants wordt tot 10mm lang en is algemeen voorkomend. Een aantal jaren geleden heb ik de nimf op de foto gezet, maar een volwassen wants kwam ik maar niet tegen. Tot deze, en dan is de foto niet scherp. Maar zo ziet hij er dus uit. |
Dit is de nimf van een miersikkelwants, toen ik hem zag lopen dacht ik eerst even aan een mier. |
Gewone vijverloper (Hydrometra stagnorum) | Poelschaatsenrijder (Gerris lacustris) |
De gewone vijverloper behoort tot de oppervlaktewantsen, ze leven aan de oppervlakte van het water. Ze lopen op het water en leven van kleine insecten die vlak onder het wateroppervlak leven of insecten die in het water gevallen zijn. |
De schaatsenrijder is een stuk forser dan de vijverloper, zie deze foto, en heeft voor opvallend korte pootjes die vlak bij de kop zitten, zie deze foto. De foto's zijn niet geweldig maar het gaat om het idee. De voorpootjes worden gebruikt om een prooi te grijpen. |