Op de foto's met een icoon in de bovenhoek kan geklikt worden voor een vergrote uitgave.
Vlinders worden onderverdeeld in drie groepen, de kleinste groep wordt gevormd door de
dagvlinders, daarna de nachtvlinders en de grootste groep bestaat uit de zgn. microvlinders. Sommige nachtvlinders vliegen ook overdag, voor het verschil met een dagvlinder kijk je naar de antennes. De dagvlinders hebben een knopje aan het eind, die van de nachtvlinders zijn sprieten of geveerd. verder houden nahtvlinders in rust hun vleugels altijd plat, dagvlinders houden ze meestal samengeklapt.
Microvlinders zijn meestal heel kleine vlinders, maar de maat zegt niet alles. Er zijn wat kleine verschillen zoals de vaak gefranjerde smalle vleugels.
De genoemde waardplanten zijn planten waar de vlinders afhankelijk van zijn, het zijn de planten waar de rupsen van leven.
Bron: vlinderstichting.nl
Boomblauwtje (Celastrina argiolus) | Groentje (Callophrys rubi) |
---|---|
![]() ![]() Een sierlijk vlindertje, het boomblauwtje. Ze voeden zich o.a. met het sap van bloedende bomen, honingdauw en nectar. Klik hier voor nog een foto waarop de binnenkant van de vleugels te zien is, en hier voor een foto van de rups. De rupsen kunnen verschillend van kleur zijn, van lichtgroen tot roze, de kop is zwart maar die zit meest nogal naar binnen getrokken. Na twee exemplaren een aantal dagen gevolgd te hebben ben ik tot de conclusie gekomen dat ze verkleuren naarmate ze ouder worden. Maar is dat naar roze of naar de kleur van de waardplant, dat kan ik niet zeggen want die was in dit geval ook roze, roze struikheide. Mijn hoop is er ooit één op een witte calluna te kunnen volgen. |
![]() ![]() Familie van de blauwtjes, komt voor op zandgronden op de grens van bos en hei. Het groentje vliegt van eind april tot half juli. |
Eikenpage (Favonius quercus) | |
![]() ![]() Familie van de blauwtjes, komt voor op zandgronden waar eiken staan. Vliegtijd julie en augustus, ze vliegen meest rond de toppen van eiken. Het mannetje heeft op zowel de voor- als achtervleugel een blauwpaarse glans, het vrouwtje alleen op de voorvleugel een paarsige vlek. |
|
Klein koolwitje (Pieris rapae) | Groot koolwitje (Pieris brassicae) |
![]() De meest algemene standvlinder van Nederland, vliegt van maart tot en met november, er zijn drie tot vier generaties per jaar. Iets kleiner dan het groot koolwitje, het belangrijkste kenmerk is de zwarte vleugelpunt die hier minder opvallend is en aan één uiteinde recht afgesneden lijkt. De rupsen zijn niet erg geliefd bij de kwekers van kool vanwege de schade die ze aan de planten kunnen aanrichten. Voor nog een foto klik hier. |
![]() ![]() Bij het groot koolwitje is de zwarte vleugelpunt veel meer opvallend en loopt verder door dan bij het kleine koolwitje, komt voorbij de middenvlek en loopt aan beide uiteinden in een punt uit. Op de foto een vrouwtje, het mannetje heeft geen zwarte stippen op de voorvleugel. Klik
hier voor een foto van de rups. |
Klein geaderd witje (Pieris napi) | Scheefbloem witje (Pieris mannii) |
![]() ![]() Algemene dagvlinder die over het hele noordelijk halfrond voorkomt. In de zomer zijn de aders minder duidelijk dan in het voorjaar en kan hij verward worden met het kleine koolwitje. Het vrouwtje heeft twee vlekken op de voorvleugel, het mannetje één. Hij zit hier samen met de gewone pendelvlieg. Klik
hier voor een foto van de bovenkant. |
![]() ![]() Het scheefbloemwitje is een nieuwe soort in Nederland, is in 2015 voor het eerst waargenomen. Hij is lastig te onderscheiden van de andere witjes, het grootste verschil zit in de middenvlek op de voorvleugel, deze is vrij vierkant en enigszins hol aan de bovenkant en de zwarte vleugelpunt in de hoek komt tot aan de middenvlek, zoals op deze foto te zien is.
Voor een uitleg kijk hier op de site van de vlinderstichting. |
Oranjetipje (Anthocharis cardamines) | Citroenvlinder (Gonepteryx rhamni) |
![]() ![]() Een algemeen voorkomende voorjaarsvlinder, ze vliegen april-mei in één generatie. Het mannetje valt op door de oranje vlek op de vleugels, het vrouwtje heeft die niet en kan daarom al gauw voor een koolwitje worden aangezien. De onderzijde van de achtervleugel met de groenige vlekken is echter voor beiden kenmerkend. |
![]() ![]() De citroenvlinder is een dagvlinder die in grote delen van Europa, Azië en Noord Afrika voorkomt. Tijdens de vlucht valt hij door z'n gele vleugels goed op, maar in rust blijven de vleugels dicht waardoor het net een blaadje lijkt, de onderkant van de vleugels is groenig. Het vrouwtje is lichter van kleur, soms bijna wit. |
Dagpauwoog (Aglais io) | Kleine vos (Aglais urticae) |
![]() ![]() Een wel heel bekende en niet te missen vlinder. Hij overwintert hier als vlinder en is al vroeg in het voorjaar te zien. Op deze
foto is de lange tong goed te zien, en op
deze is de onderkant van de vleugels te zien. |
![]() ![]() Een algemene standvlinder. Lijkt op de zeldzame grote vos, deze heeft echter geen blauwe vlekjes langs de rand en vier zwarte vlekken midden op de voorvleugel ipv. drie zoals bij de kleine vos. Klik
hier voor een foto van de onderzijde van de vleugels. |
Gehakkelde aurelia (Polygonia c-album) | Landkaartje (Araschnia levana) |
![]() ![]() De gehakkelde aurelia een dagvlinder, is een algemene soort die langs bosranden en in tuinen en parken voorkomt. Op de foto de zomervorm, de wintervorm is meer gehakkeld en dieper gekleurd, deze foto is eind maart genomen. De vlinder overwintert als imago, verstopt in een beschut hoekje en houdt soort winterslaap. De rups van de aurelia heeft een voorkeur voor brandnetels. |
![]() ![]() Het landkaartje heeft een voorjaars en een zomervorm, op de foto de zomer uitvoering. De voorjaarsvorm heeft oranje bruine vleugels met zwarte vlekken. Hij dankt zijn naam aan de onderzijde van de vleugels, het lijnenpatroon doet aan een landkaart denken. Het is een algemeen voorkomende soort. |
Distelvlinder (Vanessa cardui) | Atalanta (Vanessa atalanta) |
![]() ![]() Een trekvlinder, in de herfst trekt een groot deel naar het zuiden van Europa. |
![]() ![]() Een veel voorkomende trekvlinder, ze overwinteren in Zuid-Europa. In zachte winters kan de vlinder hier overwinteren, het exemplaar op de foto is van februari 2019. |
Kleine vuurvlinder (Lycaena phlaeas) | |
![]() ![]() Vliegt in drie generaties, overwintert als halfvolgroeide rups verstopt in de strooisellaag. |
|
Bruin zandoogje (Maniola jurtina) | Bont zandoogje (Pararge aegeria) |
![]() ![]() Een algemene standvlinder, vliegt in één generatie per jaar. De vlinders leven vrij lang, ongeveer een maand. Op
deze foto is de onderkant van de vleugels te zien. |
![]() ![]() Vliegt in drie generaties per jaar, heeft een voorkeur voor een bosrijke omgeving. Klik hier voor een portretfoto. |
Groot dikkopje (Ochlodes sylvanus) | Zwartspriet dikkopje (Thymelicus lineola) |
![]() ![]()
Komt voor op zandgronden, vliegt van begin juni tot half augustus. Het meest kenmerkend verschil met het zwartspriet dikkopje is het haakje aan de voelspriet, de zwartspriet heeft dat niet. |
![]() Komt in het hele land voor, vliegt van eind juni tot eind augustus. |