Klik op een foto om te vergroten/weer verkleinen.
Zweefvliegen horen tot de tweevleugeligen en komen in allerlei soorten en maten voor. Sommige lijken uiterlijk op bijen, andere op hommels en weer andere op wespen. Kenmerkend zijn de korte voelsprieten en het stil hangen in de lucht en dan ineens wegschieten. De mannetjes zijn duidelijk van de vrouwtjes te onderscheiden door de ogen, bij de mannetjes raken die elkaar, bij de vrouwtjes niet, zie de twee kegelbijvliegen op de foto. Natuurlijk heb je daar weer uitzonderingen op, zoals bij de pendelvliegen, daar raken de ogen van de mannetjes elkaar niet.
Stadsreus (Volucella zonaria) | Witte reus (Volucella pellucens) |
---|---|
De grootste zweefvlieg van Nederland: de stadsreus. Wordt tot 22 mm. lang. Door het grote formaat en de felle kleuren wordt hij wel eens voor een hoornaar aangezien. Het is echter een van nectar en stuifmeel levende zweefvlieg en kan ook niet steken. Ze zijn ook vrij breed en missen de bekende wespentaille. De larven worden grootgebracht in een wespennest, ze leven van het afval daar, zoals dode wespenlarven of dode wespen. Ze schijnen een voorkeur voor het leven in een stedelijke omgeving te hebben, vandaar de naam. Klik hier voor nog een foto. |
Nog een reus onder de zweefvliegen, duidelijk herkenbaar aan het zwart-witte lijf en de opvallende zwarte vlek op de vleugels. Kleiner dan de stadsreus, tot 18 mm. lang, maar ook breed gebouwd. De vliegtijd is van mei tot oktober, de eitjes worden gelegd in het nest van de gewone of de Duitse wesp, de larven eten afval zoals dode wespenlarven. Deze reus houdt van een bosrijke omgeving. Voor nog twee foto's klik
hier en
hier. |
Grote narcisvlieg (Merodon equestris) | Grote narcisvlieg (Merodon equestris) |
Vrij grote zweefvlieg die het uiterlijk van een hommel nabootst. Ook proberen ze te zoemen als een bij of hommel maar het geluid is direct herkenbaar, vrij snerpend. Ze zijn tot 15 mm. lang en kunnen verschillend van kleur zijn, in Nederland zijn zo'n zes variaties bekend. Ze hebben hun naam te danken aan het feit dat de larven in en van o.a. narcisbollen leven. Klik hier voor nog een foto. |
Een andere uitvoering van de grote narcisvlieg, en klik
hier voor een foto van opzij. |
Blinde bij (Eristalis tenax) | Kegelbijvlieg (Eristalis pertinax) |
De blinde bij is dus geen bij, maar hoort tot de zweefvliegen, onderfamilie bijvliegen. Blind is hij zeker niet, zo genoemd misschien omdat hij geen angel heeft en dus niet kan steken, of vanwege de dubbele rij haren op de ogen. Op deze foto zijn die te zien. Er zijn een aantal bijvliegen die erg op elkaar lijken, de verschillen zitten in kleine details, zoals de genoemde haren op de ogen van de blinde bij. Voor een aparte fotopagina van de blinde bij en de kegelbijvlieg klik hier. |
De kegelbijvlieg lijkt op de blinde bij maar heeft gele voor- en middentarsen (voetjes), hier een foto van een vrouwtje met duidelijk zichtbaar gele tarsen. Het mannetje valt op door het kegelvormige lichaam, vandaar de naam, hier nog een foto. Voor een aparte fotopagina van de blindebij en de kegelbijvlieg klik hier. |
Onvoorspelbare bijvlieg (Eristalis similis) | Hommelbijvlieg (Eristalis intricaria) |
Deze bijvlieg lijkt sprekend op de blinde bij maar heeft een langwerpig pterostigma, dat is een verdikt gekleurd stukje van de vleugel zoals op deze foto aangegeven. Hij schijnt jaarlijks in niet te voorspellen aantallen voor te komen, soms veel, soms weinig dus, en zou daar z'n naam aan te danken hebben. |
Deze eristalis gaat een stapje verder met haar vermomming, ze probeert op een hommel te lijken. Het klopt alleen net niet, wit op de poten, ik ga er van uit dat het de hommelbijvlieg is. Een vrouwtje, die hebben een wit achtereind. Het was helaas voor de tijd van m'n macrolens dus niet zo'n beste foto. Er zijn er meer die op een hommel willen lijken, zoals de grote narcisvlieg, maar die heeft geheel zwarte poten. |
Kleine bijvlieg man (Eristalis arbustorum) | Kleine bijvlieg vrouw (Eristalis arbustorum) |
De kleine bijvlieg en de er sprekend op lijkende kustbijvlieg zijn de kleinsten van het geslacht eristalis. Het enig onderscheid tussen de twee is het feit dat de kleine bijvlieg langbehaarde antenneborstels heeft en dat bij het mannetje de ogen elkaar raken, bij de kustbijvlieg net niet. Het exemplaar op de foto is een mannetje, de ogen raken elkaar dus moest het de kleine bijvlieg wel zijn. Om de haren op de antenneborstels te zien heb ik de foto uitvergroot en kon met moeite in ieder geval twee haren onderscheiden. |
Het vrouwtje kleine bijvlieg heeft witte haarbandjes en alleen gele vlekken op het tweede segment, en de grootte daarvan hangt af van de temperatuur tijdens het pop-stadium. De vrouwtjes uit het voorjaar zijn donkerder dan die van de zomer. De bijvlieg op de foto vloog in september maar de maand augustus was minder warm dan normaal geweest. |
Doodshoofd zweefvlieg (Myathropa florea) | |
Heeft zijn naam te danken aan de tekening van het borststuk, met een beetje fantasie is daar een doodshoofd in te zien. Komt in heel Europa voor, leeft van nectar en stuifmeel. De larven leven in water, in kleine ondiepe poeltjes en hebben een lange adembuis waardoor ze rattenstaartlarve worden genoemd. |
|
Gewone pendelvlieg (Helophilus pendulus) | Citroenpendelvlieg (Helophilus trivittatus) |
Opvallend bij de pendelvliegen zijn de gele lengtestrepen over het borststuk. Dit is een algemeen voorkomende zweefvlieg van max. 13 mm. lang, wordt veel op bloemen wordt aangetroffen. Het gezicht heeft een zwarte middenstreep wat op deze foto te zien is, plus het feit dat de ogen van het mannetje elkaar niet raken, wat bij mannetjes zweefvliegen juist gebruikelijk is. |
Groter dan de gewone pendelvlieg, tot 18 mm., en, zoals de naam al aangeeft meer citroengeel en iets anders getekend. Komt minder vaak voor dan de gewone pendelvlieg. |
Dennendidea (Didea intermedia) | Bosdidea (Didea fasciata) |
Een zweefvlieg van 7-12 mm. Lijkt op de bosdidea maar heeft donkere streep over het gezicht. Leeft, wat gezien de naam te verwachten is, waar dennen voorkomen; de larven eten de luizen die op de naalden voorkomen. Klik hier voor een foto van het gezicht en hier voor een zijaanzicht. |
Lijkt sprekend op de dennendidea, heeft echter een geel gezicht zonder donkere streep, helaas heb ik dat niet kunnen fotograferen. Een ander verschil zijn de 'haltertjes', de restanten van achtervleugels in de vorm van een steeltje met een knop. Bij de dennendidea zijn de knopjes zwart, bij de bosdidea geel, zie foto. De larven zijn de vijanden van luizen op naaldbomen. |
Groene didea (Didea alneti) | Terrasjes kommazweefvlieg (Eupeodes corollae) |
Een opvallende verschijning onder de zweefvliegen met de fraaie licht blauwgroene vlekken. Ze schijnen niet altijd die kleur te hebben, meer geel komt ook voor. Hoewel hij op waarneming.nl niet als zeldzaam was aangemerkt worden ze maar een paar keer per jaar waargenomen. Ik zag dit exemplaar toen de klimhortensia ging bloeien, het wemelde er ineens van allerlei soorten zweefvliegen, van hele kleintjes tot dit vrij forse exemplaar. |
Te herkennen aan de drie paar gele komma's die tot aan de 'zijnaad' van het achterlijf doorlopen, in tegenstelling tot de grote kommazweefvlieg. Dat is op deze foto te zien. Ik heb nog niet kunnen ontdekken waar de naam aan te danken is. |
Boogkommazweefvlieg (Eupeodes lapponicus) | Grote kommazweefvlieg (Eupeodes luniger) |
Deze zweefvlieg is te herkennen aan de gele komma's en de kenmerkende s-bocht in de derde ader van de vleugels, zie pijltje op de foto. Voor nog een foto klik hier |
Te herkennen aan de drie paar gele komma's die niet tot aan de 'zijnaad' van het achterlijf doorlopen. Op de foto een mannetje. Het vrouwtje, hier op de foto, heeft een omgekeerde Y op het voorhoofd. |
Witte halvemaanzweefvlieg (Scaeva pyrastri) | Gele halvemaanzweefvlieg (Scaeva selenitica) |
Veel voorkomende zweefvlieg met witte, soms iets gelige vlekken. Kenmerkend is dat deze vlekken schuin staan, midden op staan ze verder naar voren dan aan de zijkanten. Hij heeft een voorkeur voor schermbloemen, het exemplaar op de foto zweefde hardnekkig rond de salie waar nog geen bloem te bekennen was. Dat was lastig voor een foto, zweefvliegen hangen vaak stil in de lucht dus er op scherpstellen wil nog wel eens lukken, maar ze hebben de vervelende gewoonte net weg te schieten wanneer je het knopje van de camera indrukt. Alsof ze het er om doen. |
Lijkt op de witte halvemaanzweefvlieg met het verschil dat de vlekken hier recht staan, en de kleur. |
Bessenbandzweefvlieg (Syrphus ribesii) | Bosbandzweefvlieg (Syrphus torvus) |
Een veel voorkomende zweefvlieg die heel erg lijkt op de bosbandzweefvlieg. Het verschil zit hem in de ogen, die van de bessenband zijn onbehaard, die van de bosband zijn behaard. En bij het vrouwtje van de bessenband hebben de achterpoten gele dijen, de bosband geel-zwarte. Op de foto een vrouwtje met gele dijen dus een bessenband. Dat is hier te zien. |
Een algemene zweefvlieg die heel erg lijkt op de bessenbandzweefvlieg. Op de foto zag ik duidelijk haartjes op de ogen wat hem onderscheidt van de bessenband, dus dit moet de bosband zijn. Hier een uitsnede van de foto met alleen de ogen waar de haartjes te zien zijn. |
Larve bandzweefvlieg (Syrphus) | Cocon bandzweefvlieg (Syrphus) |
Dit is een larve van een bandzweefvlieg, waarschijnlijk een bessenbandzweefvlieg. De 'oogjes' zijn geen ogen, maar ventilatie openingen aan de achterkant. Deze larven staan bekend om hun grote eetlust, ze verslinden heel wat bladluizen. Op deze foto verslindt hij grijze dennenluizen. Wanneer hij een hele naald had leeggegeten wikkelde hij z'n uiteinde om de naald, strekte zich uit en greep dan de volgende naald waar hij dan naar toe slingerde. Voor nog een foto van de larve op de rug gezien klik hier. |
De cocon van vermoedelijk een bandzweefvlieg. Het is jammer dat ik de ontwikkeling niet verder gevolgd heb, het schijnt dat de cocon doorzichtig wordt vlak voor het uitsluipen en je de contouren van de zweefvlieg kunt zien zitten. |
Pyjama- of snorzweefvlieg (Episyrphus balteatus) | Slanke driehoekszweefvlieg (Melanostoma scalare) |
De meest algemene zweefvlieg van het land, met meerdere namen maar pyjama en snor zijn het meest gebruikt. De naam 'snor' is te danken aan het zwarte snorretje op de gele banden. Een aantal vrouwtjes brengt hier de winter door, maar in het voorjaar komen er veel uit het zuiden hierheen. Voor een aparte fotopagina klik hier. Op deze foto een wat vreemd uitziend exemplaar. |
Een zweefvlieg van 7-9 mm., lijkt op de gewone driehoekszweefvlieg maar hier hebben de driehoeken op het achterlijf van het vrouwtje een naar binnen gebogen schuine zijde en zowel man als vrouw hebben een wit bestoven gezicht. Op deze foto is het gezicht van het vrouwtje beter te zien. Het mannetje is slanker. |
Grote langlijf (Sphaerophoria scripta) | Variabel elfje Meliscaeva auricollis |
Een slank zweefvliegje van ong. 1 cm. lang. Er zijn een aantal langlijfjes die op elkaar lijken, bij het mannetje grote langlijf zijn de vleugels korter dan het lijf, hier is dat goed te zien. Op de foto het mannetje, hier het vrouwtje. Het is een algemeen voorkomende zweefvlieg. |
Een kleine, slanke zweefvlieg, ong. 10 mm. lang. Het schildje is geel, de vlekken op de rug lopen niet door tot de rand, zie deze foto. |
Menuetzweefvlieg (Syritta pipiens) | |
Een klein zweefvliegje van nog geen 1 cm. lang. Pas op de foto's kon ik het belangrijkste kenmerk van dit zweefvliegje zien, fraaie dikke dijen met een rode vlek. Die zijn hier goed te zien omdat hij zich net zat te poetsen. Op deze foto is de bovenkant te zien, omdat hij net met die dikke pootjes z'n vleugels poetst zijn zowel de poten als de rugtekening goed te zien. |
|
Micaplatvoetje (Platycheirus albimanus) | Korsetzweefvlieg spec.(Neoascia spec.) |
Een klein, algemeen voorkomend zweefvliegje, ong. 10mm. lang. De larven leven van luizen op allerlei planten en struiken, de imago's bezoeken diverse bloemen, vaak in de buurt van bossen of heide. Op deze foto is de rugtekening enigszins te zien met 'mica' kleurige vlekken. In het engels heet hij 'white footed hoverfly' vanwege het lichtgekleurde, verdikte deel op de voorvoet van het mannetje, dat is op deze foto te zien. Het exemplaar op de foto's is dus een mannetje. |
Korsetzweefvliegen zijn kleine zweefvliegjes van 3-6 mm., ze hebben een sterk ingesnoerde taille - vandaar de naam - waardoor het achterlijf de vorm van een knots heeft. Helaas kreeg ik niet de kans voor meer of andere foto's en is niet vast te stellen om welke dit exact gaat. Wat wel duidelijk te zien is het ontbreken van de knobbel op het gezicht, een kenmerk van de soort. Ze houden van een vochtige, moerasachtige omgeving, de larven leven van rottende plantendelen zoals langs oevers. Ik zag haar in het natte voorjaar van 2021, misschien was het een uitzondering, normaal zou ik onze tuin als droog omschrijven. |
Gewone citroenvlieg (Xanthogramma pedissequum) | |
Een opvallend geel getekende zweefvlieg waar er nog twee soorten van zijn die er op lijken, de zuidelijke citroenzweefvlieg en de streepcitroenvlieg, bij de laatste zijn de gele driehoeken streepvormig. Voor nog een foto klik hier |
|
Normale fopblaaskop (Ceriana conopsoides) | Donkere fopwesp (Chrysotoxum bicinctum) |
Zoals de naam al zegt, iemand die zich voor wil doen als blaaskopvlieg maar het is gewoon een zweefvlieg. Op het eerste gezicht zou je hem ook voor een wespachtige aan kunnen zien. Ongeveer 11-14 mm. lang. Klik hier voor een foto van achteren waar de fraaie tekening van de vleugels goed te zien is. |
Een zweefvlieg van ongeveer 10 mm., 'bicinctum' refereert aan de twee gele banden over het achterlijf. De antennen zijn vrij lang, langer dan de kop. Ze komen algemeen voor, maar volgens nederlandsesoorten.nl vnl. in Limburg, op de zandgronden en waddeneilanden. De larven leven van wortelluizen. |