x
topfoto

Soorten paddestoelen

Hieronder een mooi voorbeeld van houtrot:
afb. houtrot

Een paddestoel is eigenlijk niets anders dan het vruchtlichaam van een schimmel, zoals de bes van een struik. De paddestoel is dus een heel klein onderdeel van die schimmel, het grootste deel zit meestal onder de grond. Een interessant boek over schimmels is "Verweven leven" ("Entangled Life") van Merlin Sheldrake.
Je zou de schimmels in drie groepen kunnen verdelen, de symbionten, de saprofyten en de parasieten.
De eerste groep leeft in samenwerking met de gastheer, ze groeien met hun schimmeldraden tussen de wortels van een boom en voorzien deze van mineralen en krijgen daar suikers voor terug. Boom en zwam profiteren dus van elkaar. Een bekende combinatie is de vliegenzwam met berk, eik, spar of den.
Tot de grootste groep behoren de saprofieten of opruimers, ze verteren dood organisch materiaal. Ze spelen een belangrijke rol bij de kringloop van stoffen in de natuur. Een bekend voorbeeld is de tonderzwam.
De parasieten leven ten koste van hun gastheer, ze tasten levend hout aan. Ze plegen in feite roofbouw op hun eigen leefgebied, wanneer de boom het loodje heeft gelegd gaan ze op de restanten als saprofiet verder.
Zowel levend als dood hout kan dus aangetast worden door zwammen waardoor houtrot optreedt. Hout bestaat hoofdzakelijk uit drie verschillende bestanddelen: lignine, cellulose en hemicellulose. De cellulose vormt lange ketens en zorgt voor de treksterkte, de hemicellulose vormt vertakte kortere ketens en lignine is een complexe vorm. Afhankelijk van welk deel aangetast wordt spreekt men van witrot (geeft een draderige structuur) of bruinrot (brokkelige structuur). Bij bruinrot wordt de cellulose aangetast, er ontstaan breuken in de lengterichting en dwars er op, de bruine lignine blijft over. Bij witrot wordt de lignine aangetast en blijft de witte cellulose over. Voor het idee wordt het wel met gewapend beton vergeleken, de cellulose is de bewapening, de lignine het beton en de hemicellulose een bindmiddel.
Een boom die door een zwam is aangetast hoeft niet persé ten dode opgeschreven te zijn, sommige zwammen veroorzaken soms slechts een lokale aantastings, zoals de biefstukzwam. Meestal worden alleen zwakke of beschadigde bomen aangetast, alleen de honingzwam en de dennnenmoorder deinzen niet voor een gezonde boom terug. Hieronder drie parasieten.

Dennen­moorder (Hetero­basidion annosum) Honingzwam (Armillaria mellea) Zwavelzwam (Laetiporus sulphureus)
dennenmoorder

De dennen­moorder leeft vnl. als saprofiet op dood naaldhout maar kan ook levende bomen aantasten waardoor deze op den duur afsterven. Eerst wordt de lignine aangetast en daarna de cellulose. Aantasting kan via de wortels plaatsvinden.

honingzwam

De honingzwam tast van veel loof- en naaldbomen eerst de wortels en daarna de stam aan. De witrot veroorzakende zwam kan zich snel uitbreiden waardoor de boom snel af kan sterven. Niet alle honingzwam­soorten zijn schadelijk, sommige ruimen alleen dood hout op. De zwam verspreidt zicht behalve door sporen ook door de grond met op zwarte schoenveters lijkende draden.

zwavelzwam

De zwavelzwam is een algemene zwam op loofbomen die bruinrot veroorzaakt. Het kernhout wordt aangetast waardoor de boom gevoelig wordt voor omwaaien.

De biefstukzwam (Fistulina hepatica) komt het meest op eiken voor en veroorzaakt bruinrot wat zich niet of zeer traag verbreidt. Het is een vrij grote zwam, en lijkt, zoals de naam al zegt, op biefstuk. Zelfs het rode sap druipt er uit.... Hij is ook eetbaar, maar alleen in jong stadium, daarna wordt hij taai.
De boom kan het nog jaren volhouden, en is een geliefd object voor houtbewerkers, door de afvalstoffen van de zwam kleuren de nerven mooi rood, terwijl de stevigheid van het hout niet wordt aangetast. Hieronder een zestal foto's van de biefstukzwam.

afb. biefstukzwam afb. biefstukzwam afb. biefstukzwam
afb. biefstukzwam afb. biefstukzwam afb. biefstukzwam

Een veel voorkomende 'opruimer' is de echte tonderzwam (Fomes fomentarius). Deze zwam groeit op dode of halfdode bomen, is een 'zwakte' parasiet, tast geen gezonde bomen aan. Doordat er minder wordt opgeruimd in de bossen heeft deze zwam weer meer kans gekregen.
Met z'n typisch model doet hij me altijd aan de hoeven van een paard denken.
Hij wordt ook wel tondelzwam genoemd en werd vroeger gebruikt als tondel (soort aanmaakblokje) voor het maken van vuur. Samen met vuurstenen werd hij meegenomen in de zgn. tondeldoos. Ook als bloedstelpend middel werd de tonderzwam gebruikt, uit vondsten is gebleken reeds in het Stenen Tijdperk.
Zelfs de beroemde ijsmummie Ötzi uit de Alpen had een tonderzwam bij zich.
Er zijn meer soorten tonderzwammen, zoals de platte en de dikrand tonderzwam, deze lijken met cacao bestoven, en deze behoren tot een andere groep houtzwammen.
Voor nog meer paddestoelen die op hout groeien zie paddestoelen 3

Echte tonderzwam (Fomes fomentarius) Platte tonderzwam (Ganoderma lipsiense) Dikrand tonderzwam (Ganoderma australe)
echte tonderzwam platte tonderzwam dikrand tonderzwam
Echte tonderzwam (Fomes fomentarius) Echte tonderzwam (Fomes fomentarius) Echte tonderzwam (Fomes fomentarius)
echte tonderzwam echte tonderzwam echte tonderzwam

Vaak zie je, vooral op houtzwammen, druppels op of langs de hoed. Dit is geen dauw maar vocht wat de zwam uit 'zweet'. De druppels kunnen helder, maar ook gekleurd zijn. Die kleuren komen door de stoffen die in de zwam zitten en de druppels kunnen zelfs bloedrood worden zoals bij de biefstukzwam hier boven. Dit verschijnsel wordt guttatie genoemd, het komt ook bij planten voor. Hieronder een aantal voorbeelden van guttatie.

afb. guttatie afb. guttatie
afb. rode guttatie afb. guttatie
afb. roodgerande houtzwam afb. guttatie bij parasolzwam